Variatie in maïs
Wanneer je even rondkijkt merk je meteen dat voedermaïs een belangrijk aandeel heeft in het landbouw areaal. In de groentetuin echter zul je deze grassoort wat minder vaak terugvinden. Dat is jammer want ook voor menselijke consumptie is maïs een belangrijk gewas.
In de moestuin is suikermaïs een opvallende groente. En gelukkig ontdekken steeds meer mensen dat je de heerlijk zoete smaak van suikermaïs enkel kunt proeven wanneer je die zelf kweekt. Enkele minuten na de oogst, eventjes gekookt, smaakt die het zoetst.
Misschien wil je wel een keertje proberen om zelf die grappige pofmaïs te kweken om dan op een gezellige winteravond je eigen popcorn te maken. Lekker vers, nog een beetje warm met wat peper en zout erop is het een heerlijke versnapering. Sommige mensen hebben op vakantie in Italië wel al eens een keertje polenta gegeten, maïsgriesmeel gemaakt van een goudgele graanmaïs. Volop variatie dus in maïs en een brede verscheidenheid om deze planten te gebruiken. Maar elk van deze verschillende types van maïs kweken we bijna uitsluitend in die ene goudgele versie. Ook dat kan of mag wel eens een keertje anders.
Wanneer we gaan kijken bij de Noord-Amerikaanse indianen, de Azteken, de Inca¹s en de Maya¹s, volkeren waar maïs het hoofdvoedsel vormde, dan merk je al snel dat er veel meer kleur beschikbaar was. Maïs in groen, blauw, rood of zwart, netjes op kleur of heel bont in de kolf was toen geen probleem. ‘Gekke’ kleurtjes in maïs vinden we ook bij ons, maar zoiets wordt dan meteen als siermaïs verkocht. Een beetje vreemd dat traditionele groenten vanwege zijn opvallende uiterlijk plots beschouwd worden als sierlijk terwijl al die kleurtje ze niet minder eetbaar maken.
Bijzondere variatie
Ga dus voluit voor smaak én kleur en geniet van suikermaïs in geel en wit, maar ook in avontuurlijk groen en blauw. Je hoeft echt geen schrik te hebben van zoete maar misschien ongewoon bonte kolf op je bord. Ook bij popcorn is er keuze uit zwart, wit of rood. Bij graanmaïs mag je kiezen uit enkele bont-getinte rassen, puur blauw of fluo-roze. Overigens worden veel van deze oude en traditionele maïssoorten zowel jong als suikermaïs en wat later volgroeid als graanmaïs gebruikt.
Hoog tijd dus om kleur te bekennen en meer te doen met maïs. Gewoon om dat het erg lekker en zoet is om vers te eten, grappig en origineel om zelf pofmaïs te oogsten en heel bijzonder om zelf je eigen polenta te maken. En wat je niet meteen opeet kun je heel mooi laten drogen en gewoon als winterdecoratie gebruiken. Met wat extra kleur wordt maïs in al zijn verscheidenheid plots een heel bijzondere groente.
Tips
Suikermaïs zijn de jonge volgroeide maar nog onrijpe kolven van de zoete maïs die als groenten eventje gekookt worden en die met wat boter, peper en zout, vaak zo van de kolf gegeten worden.
Pofmaïs of popcorn moet je helemaal laten rijpen aan de plant. De slanke kolven met harde, kleine gepunte korrels kun je dan voor de wintermaanden bewaren en op elk moment op een hoog vuur met wat olie laten exploderen tot de gekende popcorn.
Graanmaïs is een zoete maïssoort die je aan de planten laat rijpen en voor de winter goed laat nadrogen. De korrels zijn vrij hard maar kunnen met een keukenrobot vermalen worden tot griesmeel.
Maïs kunt je eind april binnen voorzaaien en dan halfweg mei buiten uitplanten op 50 x 50 cm uit elkaar. Meteen ter plaatse zaaien kan vanaf mei tot begin juli. Traditioneel wordt maïs in een vierkant of dubbele rij geplant zodat de planten bij elkaar in de wind staan en de bestuiving vlot verloopt. Om diezelfde reden zet je verschillende maïssoorten ook niet te dicht bij elkaar om kruisingen te voorkomen zoniet kan je zoete suikermaïs plots hard worden als pofmaïs of omgekeerd.
Tekst: redactie Moestuin
Klik hier voor een abonnement >>