De temperaturen dalen en de dagen worden steeds korter: De winter is in aantocht. Dat betekent dat de verwarming of kachel weer aan gaat en we minder zonlicht in huis krijgen. De koude, droge lucht van de centrale verwarming is niet zo prettig voor je planten. Daarom helpen we je graag met een aantal tips om je planten mooi te houden tijdens de koudere maanden. Zo kun je jouw kamerplanten in de winter verzorgen!

1. Zet je verwarming lager

Wil je jouw kamerplanten in de winter goed verzorgen? Zet dan de verwarming wat lager. Planten houden niet van de droge lucht van de verwarming. Is het bij jou binnen in de winter 25 graden? Dan zullen jouw planten meer water verdampen dan planten bij iemand waar het 18 graden in huis is. Zet je verwarming daarom wat lager en trek een warme trui aan. Dat is niet alleen beter voor je planten, maar ook voor je portemonnee. De energieprijzen zijn steeds verder aan het stijgen, waardoor je flink wat geld kan besparen door minder te verwarmen.

Vind je 18 graden toch wel echt te koud? Bekijk dan deze tips om het comfortabel warm in huis te krijgen zonder te stoken. Vergeet ook niet om je planten wat vaker water te geven als je de verwarming toch hoger zet.

2. Maak het ook weer niet té koud

Een te koude woning is natuurlijk voor jou niet prettig, maar zal je kamerplanten in de winter ook niet helpen. Veel kamerplanten overleven temperaturen onder de 10 graden niet. En voor jou is dat natuurlijk ook wel erg koud. Kijk daarom hoe je de warmte in huis kan houden zonder extra te stoken. Isolatie is daarbij een eerste stap: Vervang enkel glas voor dubbelglas of HR glas, laat je spouwmuren, gevel, dak en vloer isoleren en dicht naden en kieren.

3. Houd de luchtvochtigheid in de gaten

We vertelden net al dat planten niet houden van droge lucht, maar ook voor mensen kan droge lucht allerlei gezondheidsproblemen opleveren. Door je verwarming aan te zetten wordt de lucht in je woning droger. Een te droge lucht in in huis kan allergieën en huidklachten verergeren. Extreem droge lucht kan je zelfs ook bevattelijker maken voor infecties. Ga echter niet allerlei maatregelen nemen om de luchtvochtigheid meteen extreem ver omhoog te brengen. Een te vochtige lucht zorgt namelijk voor vochtproblemen en schimmels in huis. De ideale luchtvochtigheid ligt bij een gezond binnenklimaat tussen de 40 en 60 procent; dan is de lucht niet te vochtig en niet te droog.

Bij een droge lucht merk je vaak zelf al dat je huid en ogen droger worden. Ook aan je planten kun je zien dat je luchtvochtigheid te laag is: Je planten hebben gele of bruine randen langs het blad of plekken op het blad. Wanneer het blad aan het rimpelen is, is het ook tijd om de luchtvochtigheid in je woning aan te pakken. De luchtvochtigheid in huis kun je verbeteren door schaaltjes water op de verwarming te zetten en door continu te ventileren. Helpt dat niet voldoende? Dan kan een luchtbevochtiger helpen.

4. Kamerplanten in de winter uit het donker

Ook in de winter kunnen kamerplanten niet zonder daglicht. Het probleem is alleen dat er ’s winters minder zonlicht is. Kijk daarom kritisch naar de plek waar je jouw planten neerzet. Schuif planten die in een donkere hoek staan wat dichter naar een raam toe. Heb je vloerverwarming in jouw woning? Zorg er dan voor dat je kamerplanten in de winter niet direct op de vloer staan. Houd een afstand van minstens 20 centimeter aan tussen de onderkant van de pot en jouw vloer.

5. Extra voeding is niet nodig

In de wintermaanden gebruiken kamerplanten bijna geen energie. Daarom hebben ze ook minder water nodig en geen voeding. Vanaf 1 oktober tot 1 maart zijn kamerplanten in rust en hoef je ze geen voeding te geven. Afhankelijk van het type plant kun je in maart langzaamaan beginnen met voeding te geven.

Twijfel je of jouw kamerplanten in de winter genoeg water krijgen? Duw dan een vinger in de grond. Voelt de grond na 4 centimeter niet meer vochtig? Dan is het tijd om je plant wat water te geven. Kijk gelijk ook even onderin de pot van de plant. Blijft daar water staan? Dan kunnen de wortels gaan rotten. Zorg er dus voor dat het water weg kan stromen.