Door de import en teelt onder glas kunnen we vrijwel jaarrond de meest bijzondere gewassen kweken, oogsten en aanleveren. We eten hierdoor steeds gevarieerder. Door dit overaanbod zou je sommige traditionele gewassen uit onze regio’s nog wel eens kunnen vergeten. Boekweit bijvoorbeeld. 

De groei van boekweit

Van nature is boekweit ziektebestand en groeit zonder extra bemesting ook op de armste en droge gronden. Rijke voedzame grond met veel humus of een overvloed aan stikstof geeft weliswaar een weelderig gewas, maar een zeer povere opbrengst aan zaad. Boekweit is een super snel gewas. Van zaaien tot bloei duurt soms amper 30 tot 40 dagen en na opnieuw 30 dagen volle bloei rijpen de zagen en kun je al beginnen met oogsten. Met geluk kun je zelfs twee teelten per seizoen binnenhalen. De eenjarige planten zijn vorstgevoelig en je kunt zaaien vanaf eind april tot begin juli. De planten kiemen vrij snel en groeien afhankelijk van de voedingstoestand van de grond uit tot 50-100 cm hoge vertakte planten.

Oogst

Boekweit vormt opvallend elegante, driehoekige bladeren en verfijnde witte, zachtroze of dieproze bloei, waar bijen dol op zijn. De oogst vormt de grootste uitdaging, omdat niet alle zaden mooi gelijktijdig rijpen. Het blijft dus een beetje zoeken en gokken naar het juiste moment om de meeste zaden in één keer te kunnen binnenhalen. Handmatig oogsten van boekweit vraagt veel tijd, maar met de juiste variëteit mag je rekenen op 400 gram per vierkante meter.

Wat je niet oogst of wat bij het oogsten verloren gaat, zaait zich ofwel nog binnen hetzelfde seizoen soms tot opnieuw bloeiende planten uit of groeit volgend jaar tot nieuwe oogst. Zo ben je jarenlang voorzien van spontane zaailingen. En wat je oogst, kan de basis vormen voor heel eenvoudige gerechten met een opvallende smaak.