Vogels kunnen in de winter wel een handje geholpen worden. Door verschillend vogelvoer aan te bieden, lok je allerlei vogels naar je tuin. Al die af en aan vliegende vogels zorgen direct voor veel leven in de wintertuin. Hoe en welke vogels je met welk voer lokt? We geven je handige tips!

Hoe vogels helpen

Help de vogels door een vetbol, enkele pinda’s of andere vruchten op te hangen. Zonnebloempitten doen het ook goed, vooral bij mezen. Week rozijnen in water en voer die aan de vogels, zo krijgen ze voedsel én water binnen. Hang alles wel hoog genoeg op (minimaal 1,50 m) zodat katten niet de kans krijgen om de vogels te vangen.

Voederplaatsen schoonmaken

Ook moet je regelmatig de voederplaats schoon maken. Van het eten van bedorven voedsel kunnen vogels namelijk erg ziek worden. Bovendien kunnen vogels elkaar besmetten met ziektekiemen. Je kunt voeren tot half maart, maar niet langer. Als jonge vogeltjes gevoerd worden met bijvoorbeeld pindanootjes gaan ze dood. Zij kunnen ook slecht het winterstrooivoer verteren. Dus zeker niet langer voeren!

Welke vogel lok ik met welk voer?

Iedere vogelsoort heeft andere eetgewoonten. Zo zoeken heggenmussen en vinken hun voedsel op de grond onder de dichte struiken. Mezen komen af op voedertafels en voederhuisjes en merels laten zich het liefst voeren op beschutte, sneeuwvrije plaatsen. Met een divers aanbod aan voeding kun je veel verschillende soorten vogels je tuin in lokken. Wil je een specifieke vogelsoort vooral je tuin in lokken, maak dan gebruik van het juiste voer:

  • Mussen en vinken: deze kleine vogels komen vooral af op bruin brood, zonnebloempitten, pinda’s en gemengd strooivoer.
  • Winterkoninkjes en roodborstjes: broodkruimels, ongekookte havermout en gemengd strooivoer.
  • Mezen: ongezouten pinda’s, zonnebloempitten, vetbollen en gemengd strooivoer.
  • Merels: brood, rozijnen, (fruit)schillen en klokhuizen, bessen en zoutloze etensresten als rijst en aardappelen.
  • Boomkruiper: pindanetje of vetbol
Lees meer  Tuinkalender december

Lees ook: Zelf vogelvoer maken

Vogel, voer, vetbol

Voederplek

Het beste is om in de ochtend en aan het einde van de middag te voeren. Geef niet te veel tegelijk om ongewenste gasten zoals muizen, ratten en katten te voorkomen. Kies voor een voederplek in een open buurt van struiken of hagen. Vogels kunnen op deze manier snel een veilige plek vinden als ze vijanden, zoals katten, zien aankomen.

Voedertafel en huisje

Het gebruik van een voedertafel of een voederhuisje erg handig. Voederhuisjes hebben als voordeel dat het dak het voedsel droog houdt. Er zijn verschillende varianten verkrijgbaar. Kies je voor een onbehandeld huisje? Dan kan je zelf bepalen welk kleurtje je eraan geeft.

Vogel, bad, drinkplaats

Drinkwater

Bij lichte vorst kun je met een gerust hart een drinkbak vullen met vers water. Zelfs als de vogels erin gaan badderen is dat geen probleem. Door hun vette verenpak rollen de waterdruppels er zo van af. Ook uit de vijver kunnen vogels drinken of ze kunnen er in badderen. Bij vorst kan een vijver open gehouden worden door een luchtpomp en in het vogelbadje kan het water verwarmd worden door middel van aquariumverwarming. In geen geval mag iets aan het water worden toe gevoegd, zoals antivries. Wel kun je een paar scheppen suiker door het water mengen. Zo bevriest het drinkwater minder snel. Hierdoor maak je alleen wel het water ongeschikt om in te badderen. Dit los je weer op door een stuk gaas over de drinkbak te spannen.

Lees hier meer over hoe je bijzondere vogels in de tuin krijgt.

Onze favoriete nestkasten: