De kerstster hoort bij de familie van de wolfsmelkachtigen. De plant is inheems in Midden-en Zuid-Amerika en kan daar een hoogte van 5 meter bereiken.
Algemeen
Er bestaan ca. 5000 verschillende kerststersoorten. De bladeren zijn donkergroen en licht gekarteld. De kerstster wordt bij ons als potplant geteeld, vooral vanwege zijn topbladeren die rood, roze of wit kunnen zij en tezamen een ster vormen.
Bloemen en bladeren van kerssterren
De bladeren lijken dan wel op bloemen, maar zijn het niet. De bloemen zijn groen met een geel randje, klein en onopvallend. Deze zitten in het centrum van de gekleurde bladeren.
Kerststerren zijn zogenaamde "kortedagplanten" die alleen dan bloeien, wanneer zij niet meer dan 12 uur licht ontvangen. Dat gebeurt in hun thuisland, niet ver van de evenaar, het hele jaar door.
Ieder jaar rond juli/augustus worden de eerste kerststerren in gespecialiseerde bedrijven opgezet om aan het einde van het jaar de winkels te vullen.
Verzorging
- De kerstster heeft weinig water nodig. Wanneer je te veel giet zal de plant haar bladeren laten vallen. Onder in de pot mag nooit water staan.
- Het is aan te bevelen om de wortels eens per week in lauwwarm water onder te dompelen tot er geen luchtbelletjes meer opstijgen. Daarna laat je de plant uitdruppelen.
- Ideaal is een lichte, zonnige standplaats met verdampend water in de buurt.
- De kerstster houdt niet van temperaturen onder 15 en boven 22 graden °C.
- Je kunt eens per week kamerplantenvoeding geven.
Kerstster in de tuin
Vaak worden kerststerren na kerstmis weggegooid, hoewel het niet om eenjarige planten gaat. Meerjarige cultuur is mogelijk wanneer men de plant in het voorjaar terug snoeit en nieuwe potgrond, gemengd met kokosvezel, geeft. De pot kan dan het beste buiten staan. Door afdekken met een emmer en een beetje geluk kun je de plant weer aan de bloei krijgen.
Voorzichtig!
De kerstster is in zijn geheel licht giftig en kan misselijkheid veroorzaken.
Lees ook – Maak je eigen minikerstboom mét kerstster als piek
